Acquoy - West Betuwe

Wortelen

Ik ben geboren in Indonesië en daar heb ik gewoond tot mijn elfde jaar. Toen kwam ik in Nederland en de eerste maaltijd die ik kreeg op Nederlandse bodem bestond uit aardappel en kapucijners gelardeerd met spekvet. Die nacht kreeg ik enorme buikpijn en een gewaarschuwde arts berispte de eigenaar van het pension, waar we waren ondergebracht, met de woorden: “Hoe kun je een kind uit Indonesië, die gewend is aan nassi Goreng zo'n maaltijd geven”. De arts had gelijk, alleen at ik ook wel andere dingen dan alleen nassi goreng, maar hij had goed begrepen dat voedsel van het ene land niet past in het andere land.

Inmiddels is door de globalisering veel veranderd ten opzichte van 1958 en eten we speciebonen uit Marokko of Senegal, kiwi's uit Australië of Nieuw-Zeeland, garnalen uit Sri Lanka, bloemkool uit Nederland of sinaasappelen uit Spanje. Dat komt door de grote supermarkten die inkopen waar het goedkoop is. Overigens is Nederland ook een exportland voor groenten en fruit, maar als ik een druif uit Zuid-Afrika eet denk ik wel eens dat ik een stukje Zuid-Afrika opeet en wanneer mijn fantasie helemaal losgaat denk ik, om bij Zuid-Afrika te blijven, aan het bloed van de Boerenoorlog, de vele moorden die in dat land plaats vinden, de apartheid die misschien ook in de bodem zit, aan Nelson Mandela, kortom ik denk wel eens dat ik zo onderhand een echte wereldburger ben geworden ten gevolge van allerlei groenten, garnalen en ander voedsel uit landen over de hele wereld die bouwstoffen hebben geleverd aan mijn huidige lichaam. En als ik een pijntje voel in mijn schouder denk ik wel eens: “Zou dat komen door die lychee uit Madagaskar?". Ik ben wel een wereldburger geworden die nooit ergens op een plek geworteld is en ik voel me wel eens een zwerver die geen vaste plek heeft. Ik had een collega die in Dordrecht was geboren, op school was gegaan in Dordrecht, getrouwd in Dordrecht en zijn hele werkzame leven in Dordrecht was geweest en daar ook begraven ligt. Die collega was duidelijk geen zwerver over deze aardbol.

Toen ik verhuisde naar Acquoy stond ik stil bij het feit dat het in de Betuwe ligt en ik weet dat de Betuwe goede grond is ( Bat Ouwe) en de Veluwe slechte grond ( Vale Ouwe ) zoals ook onze voorvaderen dat wisten en ik verheugde mij daarop. Ik wilde ook eens wortelen op een bepaalde plek en ik vroeg mij af hoe het voelde om je hele leven op één plek te wonen. Ik was blij met de grote tuin bij het nieuw gekochte huis en in mijn fantasie zag ik een weelderige tuin met mooie bloemen die mijn huisje omringt en enkele fruitbomen, als de pruim en de kers, die een mooie oogst zouden bieden. Voorbijgangers zouden stilstaan en ontroerd verder lopen, stil geworden door de schoonheid van hetgeen groeide en bloeide.

Voordat ik mij hier vestigde had er iemand gewoond die van vissen en met name Koikarpers, hield en hij had in de (grote) tuin een enorme vijver laten aanleggen en het geheel behoorde tot de bezienswaardigheden van het dorp. Echter, toen hij wegging en het huis verkocht werd door de woningbouwvereniging, moest ‘alles in de oude staat’ worden gebracht. Dat is in de tuin gebeurd met behulp van zand en grond dus gingen er vrolijk allerlei gewassen groeien die je ook vindt langs spoorwegen of in bermen van snelwegen. Ik zaaide klaver op advies van mijn zoon en die kwam op, maar bijvoorbeeld ook heermoes kwam in ruime mate. Heermoes heeft een penwortel van meerdere meters en haalt belangrijke elementen uit de grond naar boven. Wanneer deze boven zijn, gaat heermoes weer weg, maar dit proces duurt jaren, dus kun je heermoes helpen met ‘zaaien’ van gemalen lava, dat ook allerlei mineralen bevat. Het werkt dan van twee kanten tot de grond weer in orde is. De eerste plant die ik pootte ging binnen een maand dood en dat droeg niet bij aan mijn droom, zie boven.

Mijn exgenote zei vaak als iets tegenzat: “wat kan ik daar nu weer mee?”

Daar denk ik nu aan. De grond waar ik op woon heeft duidelijk meerdere lagen en is niet de oorspronkelijke grond. Weer word ik erbij bepaald dat ik kennelijk geen ‘vaste grond’ mag hebben.

Mijn dochter heeft een paadje aangelegd in het klaverveld en er groeit wat leuk ‘onkruid’ en er zijn planten die op zand- en ‘arme’ gronden groeien, maar een mooi aangelegde tuin wordt een uitdaging. Een pruimenboom heb ik geplant en er kwamen twee pruimen aan. Ik heb één pruim gegeten en een tweede aan mijn buurvrouw gegeven, zij had nog nooit zo'n heerlijke pruim gegeten, uit mijn tuin en mijn eigen boom, dus er zit schot in.

Ik woon in de Betuwe maar mijn tuin is geen Betuwe, maar een uitdaging. Je kunt zeggen dat ook hier de globalisering heeft toegeslagen, want ik weet niet of het zand uit België komt, om maar een zijstraat te noemen en de grond uit Groningen. Maar, zoals ik begon, biedt de globalisering mij misschien kansen om van mijn tuin een wereldtuin te maken. We zullen het meemaken. En de vele wortels van het onkruid maken mij duidelijk dan je niet overal een diepgaande wortel nodig hebt maar dat je met een paar lichte wortels ook geworteld kunt zijn. En dat is voor mij een nieuw inzicht.