KNO.
Vanmorgen zat ik in de wachtkamer van de KNO arts in Gorinchem. De reden was simpel. Halverwege het jaar ben ik geopereerd aan mijn rechteroor en nu was ik hier voor de controle of de arts haar werk naar behoren had gedaan. Tegenover mij kwam een jonge vader, die je aan kon horen komen klossen want hij liep op klompen, met zijn zoontje, zitten. Het ventje was hooguit drie jaar en had een heel guitig gezicht. Hij keek mij vol aan en ik gaf hem een knipoog. Hij glimlachte naar me, pakte vervolgens een Donald Duck en vroeg aan zijn vader met een heldere stem:
“Pappa is dat een boef?” op een plaatje wijzend.
“Dat is Gijs Gans” zei vader en las verder in de Donald Duck die hij evenals zijn zoon gepakt had.
Het kind verloor zijn belangstelling nu Gijs geen boef bleek te zijn en nam een kleurplaat van de tafel.
“Ik ga een tekening voor de dokter maken” riep hij en zocht naar kleurpotloden. Die waren op, maar er was wel een vierkleuren ballpoint te vinden en even later kraste hij over de kleurplaat.
Ik moest in ene keer denken dat een kleine 74 jaar geleden ik aan de hand van mijn vader naar een KNO arts moest. Het was in Indonesië en ik was een beetje bang voor de dokter. En terecht, want toen we in de behandelkamer kwamen zat dr. Nils met witte jas en een rond spiegeltje met een fel lampje op zijn voorhoofd bij een behandelstoel en zei mij in de stoel te gaan zitten. Toen ik dat gedaan had kwam er plotseling een verpleegster achter de stoel vandaan en trok mijn hoofd naar achter en bond mijn hoofd vast met een riem. De dokter bond mijn handen op de stoelleuningen vast en voor ik kon schoppen waren mijn benen aan de poten van de stoel gebonden. Om de zaak te completeren, ik was keihard aan het huilen, kreeg ik een klem in mijn mond zodat mijn mond open bleef en ik niet kon bijten. Toen kwam de dokter met een injectiespuit in mijn mond, ik gilde het uit en vocht om los te komen en de dokter stak de naald van de spuit op het zachte deel van mijn gehemelte, mistte net en stak de naald achter in het harde deel van mijn gehemelte. Er kwam daar een gat dat ik tot op heden voelen kan met mijn tong. Toen kwam hij met een tang in mijn mond en keel en sneed een tonsil af, gevolgd door een tweede tonsil. Ik spuugde bloed in een glimmende schaal die men mij voorhield en waarin mijn tonsillen ook dreven. Daarna werd ik losgemaakt en als een bang, trillend diertje mocht ik op de schoot van mijn vader zitten.
Mijn zus was in een andere ruimte te grazen genomen en we moesten twee of drie dagen in het ziekenhuis blijven. Ik lag in bed bij mijn zus en at alleen maar ijs. Thuis gekomen at ik een half brood op. Na de marteling was ik ook nog uitgehongerd.
Na deze traumatische ervaring vertrouwde ik geen enkele KNO arts meer en ook mijn vader bekeek ik direct na deze gebeurtenis met een zeker wantrouwen, hoewel ik wel zag dat hij wat wit oogde na de ingreep. Tot overmaat van ramp probeerde ik een paarjaar later te zwemmen, maar het water was vervuild of zoiets zodat ik het aan mijn oren kreeg. In mijn puberteit kwam in Nederland dr. Walch die mij in totaal drie keer opereerde. Ik scheet iedere keer zeven kleuren als ik naar deze KNO arts moest en toen ik volwassen was weigerde ik naar de KNO te gaan, ondanks dat ik al jaren een loopoor had.
Toen werd ik vader en moest ik met mijn zoontje naar de KNO arts en ik keek vol verbazing naar mijn zoontje die volkomen ontspannen de dokter zijn gang liet gaan met zijn oren. De KNO arts nodigde mij vaak uit ook op de stoel te gaan zitten en op een bepaald moment wilde ik niet onderdoen voor mijn zoontje en ik liet de arts in mijn oren kijken. Ik zweette en mijn hart ging tekeer en daarna gebeurde alle keren dat de dokter in mijn oren keek, hetzelfde. Het kijken van de arts resulteerde in een operatie in 2007. De keer daarvoor was in 1967. Al die keren betrof het mijn linkeroor die ook doof was geworden.
En toen werd het 2023. Ik ontwikkelde aan cholesteatoom in mijngoede rechteroor en ik moest geopereerd worden. Een cholesteatoom is een agressieve aandoening die grote gevolgen kan hebben als die niet wordt behandeld, lees: operatie. En dat gebeurde door een vrouwelijke KNO arts, dr. Smulders, in Gorinchem.
Een vrouwelijke arts kan ik iedereen aanbevelen want die zijn veel voorzichtiger dan hun mannelijke collega's en ik kan het inmiddels weten.
En daarom zat ik dus in die wachtkamer met de jonge vader en het aardige jongentje die Gijs Gans op een boef vond lijken. En hij wilde een tekening voor de arts maken en toen ze geroepen werden riep het kind:
“Ik heb een tekening voor je gemaakt” en gaf het aan de arts die er blij mee was, zei hij.
En ik dacht aan al die artsen die mij geprobeerd hebben beter te maken en die ik het liefst een schop onder hun achterste wilde geven en dat deze gedachten het gevolg waren van een traumatische ervaring die dr. Nils, een Zweedse arts in Indonesië, in zijn poging mij goed te behandelen, bezorgd had. Maar wist hij veel, 74 jaar geleden.
Ik werd geroepen en nam plaats op de stoel en de KNO arts zei dat mijn oren er prima uitzagen en ik zei tegen haar:
“Ik neem mijn petje voor u af zoals u mij geopereerd heeft” en ik hoefde pas over een half jaar terug te komen voor een controle.
Op weg naar buiten liep de jonge vader voor mij op zijn klompen te klossen en het kind dartelde aan zijn hand en ik voelde me gelukkig toen ik dat zag. De jongen was duidelijk niet getraumatiseerd alhoewel ik het wel een beetje verdacht vond dat hij dacht dat Gijs Gans een boef was.
Reacties: hermanuszweye@gmail.com