Kat en vogel
Langzaam sloop ze voorwaarts, af en toe gespannen stilhoudend. Haar ogen waren strak gericht op de kruin van de boom. Ze sloop naar de boom en zoals alleen katten dat kunnen sloeg ze haar nagels in de boom en werkte zich naar boven tot ze op de eerst tak kon zitten.
Vanuit mijn keukenraam zag ik dit gebeuren. In de boom wonen tijdelijk twee eksters die uit liefde voor elkaar een nestje hebben gebouwd. Deze eksters hadden de aandacht van de kat getrokken met bovengenoemd gedrag tot gevolg. Ik dacht aan Einstein en de postulatie dat de waarnemer het waargenomene beïnvloedt en liep naar buiten om daar gehoor aan te geven.
Ik klapte in mijn handen om de kat te beïnvloeden maar het dier keek naar me met een blik van “waar bemoei jij je mee” en terecht vanuit haar gezichtspunt. De vogels reageerden door met veel geluid weg te vliegen, in de hoop dat de kat het nestje niet zou zien. Ik riep nog naar de kat “ga je weg, boef” maar de kat draaide zich van mij af in de, terechte, veronderstelling dat ik haar toch niet kon bereiken zo hoog in de boom.
Ik ging weer naar binnen en dacht dat ik de natuur maar haar gang moest laten gaan en ik troostte mij met de gedachte dat ik het in ieder geval geprobeerd had om een bloedvergieten van de eksters te voorkomen.
Na enige tijd – ik had de zaak wel in de gaten gehouden – zag ik de kat weer behoedzaam naar beneden komen en zijn of haar weg vervolgen. Ik wenste haar alle goeds toe.
De volgende dag zag ik één van de eksters weer in mijn tuin lopen. Hij knikte naar me toen hij me zag als wilde hij zeggen “dank voor je aandacht gisteren”. Dat maakte mijn dag weer goed.
Reacties: hermanuszweye@gmail.com