Acquoy - West Betuwe

Gelukkig

Iemand die gelukkig is schrijft niet, hoorde ik eens van een bevriende schrijver en journalist. Ik denk dat hij gelijk heeft. Iemand die gelukkig is, is gelukkig en dan ben je uitgepraat. Je kunt wel uitweiden over het hoe en waarom je gelukkig bent, maar dat impliceert direct waarom je niet ongelukkig bent. En ongelukkig is veel populairder om over te schrijven dan gelukkig. De kranten staan vol over misère van mensen, want dat verkoopt. Wanneer je zegt dat je gelukkig bent, lacht men vriendelijk naar je en wanneer je probeert uit te leggen waarom, denk je al gauw dat je maar beter kunt stoppen, want je refereert aan ‘niet ongelukkig'.

“Ik voel me gelukkig, want ik eet al een maand geen Rennies” voelt als een overbodige mededeling, terwijl een ieder begrijpt dat je geen Rennies eet wanneer je geen last hebt van maagzuur en je hebt ook geen last van aambeien op dat moment, maar daar denk je zelf niet eens aan, want je hebt er geen last van. Ik dacht er wel aan, de Rennies bedoel ik, want sinds ik in Acquoy woon eet ik geen Rennies meer en dat merk je ook in je portemonnee, ik bedoel maar, want alles is al zo duur en dan begin je weer over allerlei leed, nu in je portemonnee.

Soms is leed dat men voorkomen wil, wel leuk. Zo las ik in het plaatselijk krantje iets over het leed dat een naburig dorp is aangedaan door Bos Kalis of een andere grote naam, nee het was Tata Steel. Die moest slakken kwijt. Slakken is een overblijfsel van de hoogovens en hartstikke giftig. Netjes opruimen kost veel geld en dat had Tata Steel niet en ze besloten hun afval te dumpen in het naburige dorp, want die wilden daar een golfbaan aanleggen en Tata kon hun slakken mooi onder de grasmat kwijt. Daar kwam men achter toen het al gebeurd was en de gemeente wilde het niet saneren omdat saneren veel geld kost en ze hadden toestemming gegeven aan Tata en de gemeente stelde voor dat men een commissie zou benoemen die de schuldige zou zoeken en aansprakelijk zou stellen en gedurende de tijd dat dit kostte wilde men een groenstrookje aanleggen om de hele affaire aan het gezicht te onttrekken. En over dit strookje groen las ik het volgende in de plaatselijke krant, ik citeer:

"De bevolking wilde geen schaamgroenstrookje maar robuust afschermend groen passend bij het landschap", een alleszins begrijpelijke wens, dacht ik, maar de term ‘schaamgroenstrook’ vond ik meesterlijk. Dat getuigt van humor en tegelijk een kwalificatie richting gemeente, Het doet denken aan het bedekken van de edele delen van man of vrouw (of lHBTQI-achtigs), de kleur groen aan iets positiefs zoals doorrijden met de auto en dan strookje, dat refereert aan de minuscule slipjes en bh-tjes waar Tik-Tok vol mee staat. En dat wil men niet in de Betuwe, een aards klei paradijs, waar men recht door zee is en niets moet hebben van die stadse fratsen.

Wat de gemeente hierop antwoordde weet ik nog niet. Maar die Tata Steel kan wel opzouten met hun afval die ze denken in een achterlijk dorp te kunnen dumpen. Kom maar hier om je zooi op te ruimen met schaamroodkaken over wat je probeerde aan te richten.

Zo … ondanks dat ik gelukkig ben in Acquoy kon ik toch nog wat schrijven. Ik sta zingend op, koop bij de boer heerlijke bonen, graaf in mijn verrassende tuin en klus in mijn door mijn zoon gebouwde blokhut en heb al drie maanden geen Rennies meer nodig.