Acquoy - West Betuwe

Eendenjagers komen weg met ‘stropen’ in Acquoy, niet duidelijk wie er schoot

Eendenjagers komen weg met ‘stropen’ in Acquoy, niet duidelijk wie er schoot

Bron: De Gelderlander van 07-07-2021

Een groep jagers die vreesden voor hun jachtaktes, zijn dinsdag bij de economische politierechter in Arnhem weggekomen met vrijspraak van het jagen op eenden. Ze schoten de dieren meer dan een halfuur na zonsondergang in het Acquoyse veld. Iets dat normaal verboden is.

In twee plukjes stonden de zes terecht. Of eigenlijk vijf. Advocate Van Ginniken vond dat de strafzaak tegen een van de zes niet door kon gaan, omdat in de dagvaarding niet was beschreven waar de man, een 57-jarige Amersfoorter, van verdacht werd. De rechter was dat met haar eens, zodat de officier van justitie haar huiswerk over moet doen, voor de man eventueel terecht kan staan.

De vijf die terechtstonden waren een 68- en een 50-jarige man uit Amersfoort, een 61-jarige uit Hoogeveen, een 50-jarige Vughtenaar en de initiatiefnemer en man die het jachtrecht heeft op het terrein, een 74-jarige Acquoyenaar.

Ze werden allemaal vrijgesproken. Ze waren op 9 oktober 2018 op uitnodiging van de Acquoyenaar rond de schemering aan het jagen op eenden. Wettelijk zou dat tot een half uur na zonsondergang gemogen hebben. Maar volgens de politie, waar over de jacht geklaagd was, vielen er tot kwart voor acht die avond schoten, een kwartier nadat dat uiterlijk had gemogen. En dus werden de zes mannen op de bon geslingerd.

Volgens de officier van justitie terecht, omdat de mannen daarvoor niet eens hadden hoeven schieten in die tijd. ,,Onder jagen valt wettelijk bezien ook in een jachtgebied aanwezig zijn, met vangmiddelen, zoals een geweer.” Ze weerlegde daarmee het verweer van nagenoeg elke advocaat, dat niet vaststond dat precies hún cliënt had geschoten. Ze eiste daarom tegen elk van de vijf een boete van 250 euro.

De rechter vond inderdaad niet bewezen wie er precies geschoten had, wel dát er geschoten was na de toegestane tijd. Maar in tegenstelling tot de officier, oordeelde hij dat het wél nodig was om precies te weten wie de trekker had overgehaald: ,,Ik wil niet iemand veroordelen die erbuiten stond.”

En dus volgde voor alle vijf vrijspraak.